Eindelijk, de tickets zijn geboekt. Woensdag vliegen we. Nog 2 dagen en dan zitten we op het vliegtuig richting Qatar. De afgelopen dagen heb ik mijzelf verbaasd over mijn gematigde reactie op ons vertrek tot op heden. Bij de kapper hoorde ik overeen lotgenoot. Bij haar kwamen er, ook bij de kapper, tranen aan te pas. Ik vond mijzelf maar koel. Huilen over ons avontuur? Waarom zou dat nou nodig zijn?
Nu zit ik dan toch ineens te trillen achter mijn laptop. Het gaat echt gebeuren. Wat maakt het dan ineens zo lastig? Natuurlijk weet ik het wel. Het idee dat ik niet even kan gaan kijken hoe het met mijn moeder in het zorghotel gaat maakt het extra moeilijk om te vertrekken.
Ik ben ooit bij de presentatie geweest van het boek “Als Disney de baas was in uw ziekenhuis” van Fred Lee. Hij vertelde een mooi verhaal over een verpleegkundige die vol liefde en aandacht voor haar patiënten was. Zij hield dat niet vol omdat ze niet kon loslaten. Waarom ze dat niet kon? De reden bleek heel simpel te zijn. Ze was er niet zeker van dat door de volgende ploeg mensen haar patiënten met evenveel liefde en aandacht werd verzorgd zoals zijzelf ook had gedaan.
Vandaag drong de essentie tot me door. Ik heb een mooie moeder die er graag goed verzorgd uitziet. Mijn moeder zou, als ze de kans had gekregen, een geweldige verpleegkundige zijn geweest. Ziek zijn is minder erg als zij de kans heeft zich over je te ontfermen. En nu is zij degene die afhankelijk is. En dat is moeilijk. En dan hoop je dat alle verpleegkundigen zijn zoals zij zou zijn geweest. En die zijn er zeker, maar jammer genoeg niet allemaal!
En toch moet ik loslaten. Ze verzekert me er iedere dag van hoeveel ze van me houdt, hoe erg ze me gaat missen, maar dat ze niet zou willen dat ik in Nederland moet blijven. En dat meent ze! Gelukkig kom ik uit een ouderwets groot katholiek gezin. Dus zijn er nog 2 broers en 2 zussen over in Nederland en een vader die vol liefde de regie voert. Dus die tranen die slaan we maar over want de skype verbinding is al in de maak.