Juriaan
gaat voor summerschool naar de USA. Vier
weken lang alleen maar visual art. Hij kan niet wachten. Maar voor het zover is
moet er nog heel wat geregeld worden want je word niet zomaar aangenomen. Er
moet een heuse portfolio ingeleverd worden die vergezeld gaat van een
aanbevelingsbrief van zijn docent. Tot zijn grote vreugde wordt hij zonder
problemen geaccepteerd waarna wij als ouders de eerste aanbetaling mogen doen.
Dan begint het circus pas echt. Over de e-mail komt een heel
pakket aan formulieren binnen. Het is net alsof er een blauwe envelop in de
brievenbus is gevallen. Ik wil meteen uitstel aanvragen! Met invullen zijn we al
gauw een uurtje of 2 zoet. Dat is dan zonder de tijd die nodig is om
aanvullende informatie te verzamelen. Er moet bijvoorbeeld een doktersverklaring
komen en een verklaring van de bank dat er voldoende geld op onze bankrekening staat.
En dat precies op het moment dat we naar Nederland gaan voor de promotie van
Robbart. Met wat improvisatie krijgen we alles ingevuld. Tevreden sturen we
alles op en denken dat we het ergste gehad hebben.
Per kerende post wordt die illusie gauw de grond ingeboord. Juriaan
mag namelijk niet naar de USA op een toeristenvisum. We krijgen een hele
instructie van 2 A4tjes voor het aanvragen van een F-1 visum. Dat begint met
het krijgen van een I-20 formulier. Daarvoor bestaat een speciale website. Vier
dagen na betaling wordt het formulier keurig bij ons thuis door DHL afgeleverd.
Het kan dus wel snel!
En weer moet de creditcard getrokken worden, Nu voor een
SEVIS fee. Ook daar bestaat een speciale website voor. Maar dan is het dan toch
echt tijd voor een bezoek aan de Amerikaanse ambassade. De website wordt
geraadpleegd en natuurlijk er moet weer een formulier ingevuld worden en een
speciaal formaat foto ingeleverd. Gelukkig doet de fotograaf dat wel vaker dus
dat is zo geregeld.
Het
beantwoorden van de vragen op de website is wat anders. Net als Juriaan zegt:”Dadelijk
vragen ze nog of ik kom spioneren”, plopt de desbetreffende vraag op in het
beeldscherm. Het kost enige overredingskracht van mij om hem de vragen die
daarna komen serieus te laten beantwoorden. Anderhalf uur hebben we nodig en
dan kan Juriaan zijn aanvraag indienen.
Vervolgens moeten we de ambassade zelf bezoeken. Met enig
geluk rijd ik precies de goede route en schuiven we om 8 uur ‘s morgens aan in
de rij voor de poort van de ambassade. Het is 35 graden en we staan gelukkig keurig
onder een afdakje. Zo nu en dan gaat er boven ons hoofd een benevelingsinstallatie
aan. Na een kwartier horen we ineens een plof. Iemand voor inde rij is onderuit
gegaan van de hitte. Mij bekruipt ondertussen het onrustige gevoel dat we iets
vergeten zijn. Als we 10 minuten later aan de beurt zijn blijkt inderdaad dat
we nog een fee hadden moeten betalen. We worden verwezen naar de Commercial
bank en als we voor 10:00 uur terug zijn worden we vandaag nog geholpen. “Ach,
zegt Juriaan, best gezellig toch!” En even later rijden we met de A/C op de
hoogste stand weg om weer een betaling te doen.
Om 9 uur, na een plaspauze en waterbevoorrading, staan we
weer terug in de rij die nu gelukkig korter is. De juffrouw achter het loket
lacht ons vriendelijk toe en we krijgen 2 nummers 121 en 122. We mogen naar
binnen.
Eerst natuurlijk veiligheidscontrole. Daarna wachten in een gekoelde
wachtruimte met zeker 50 anderen. De nummers 40 tm 49 worden omgeroepen. De
schrik slaat me om het hart. Werken kan ik wel vergeten vandaag. Een
kwartiertje later wordt de sprong gemaakt naar nummers in de 80 serie. Dat valt
mee. Na wat lijkt een eindeloze wachttijd zijn we aan de beurt. We mogen naar
een gebouwtje aan de andere kant van de ingang. Eerst nog even 10 minuten
buiten wachten en dan is er weer een veiligheidscontrole. De beveiliging moet
erg lachen om de tubetjes verf die Juriaan uit zijn broekzak tovert. Volgende
halte is een paar minuten lopen. Juriaan heeft net zijn riem weer goed zitten
als die weer afgedaan kan worden. Weer een veiligheidscontrole. En dan
eindelijk zien we ambtenaren achter een loket die ons gaan helpen. Het is
ondertussen half elf geworden.
Ook hier weer wachten. Opgeroepen
worden. Vingerafdrukken geven. Weer wachten en weer opgeroepen worden. Een
vriendelijke typisch Amerikaanse ambtenaar maakt een gezellig praatje met
Juriaan. En dan ineens hebben we een gestempeld bonnetje in onze handen. Morgen
om 15.00 visum ophalen bij de poort! Ik hoop maar dat, dat geen inspiratie
oplevert voor een stukje op mijn blog.